Korte verhaaltjes & gedichten
Iedereen, dubbel fris
‘’Jongen, je speelt met je leven en je bent gewaarschuwd’’. Zei de ouwe, man.. De jongen herhaalde: ‘’Ja, een gewaarschuwd mens telt voor twee’’ dit is onze, spraak, code, afspreek, vervolgens ging de man verder met het plaatsen van de chips in zijn hoofd. Wederom zei de man het, na de laatste chip te hebben gepland, ‘’jonge, je weet het.’’ De jongen knikte, wat gehavend en gepijnigd, wetend dat het om hun code ging.
De jongen voelde wat argwaan, want de ouwe man deed het over een nieuwe boeg. De jongen moest het deze keer zeggen, zonder dat de ouwe man het riedeltje deed, dus de interactie was wat krampachtig. De oude-man barstte in lachen los, de jongen voelde wat schaamte, onzekerheid..
De ouwe, man schreeuwde het uit ‘’NU ZEGGEN!’’ wat geschrokken, kwamen er wat woorden uit hem dat leek op ‘’N gewarschuwt menz t3lt voor 2.’’ Hij keek hem aan, gaf hem een aai over de bol en zei; ‘’goed gedaan, jonge’’. De jongen was bang, liet zich kennen en barstte in huilen uit, tot groot ongenoegen.
De jongen wist bijna zeker dat door de uitbarsting er iets met de chips gebeurd was. De oude, man was hier lyrisch over. Hij begon meteen met te checken wat er mis was, hoe en wat er kapot is. De jongen en de man kregen allebei een spreekwoordelijke hart aanval, toen de eigenaar van het gebouw binnen kwam, op dat moment.
Het pand dat zij huurde voor hun projecten was eentje beheerd, door en in en in rijke stinkerd. Zij was er om het geld te innen dat al 2 maanden over data was. De ouwe, man wees de jongen even tot zijn eigen kantoortje, waar hij eindelijk wat ruimte & privacy voor zich had. ‘’Beter, gelukkig maar’’ wees hij zich toe.
De ouwe, man veranderde in een charmante, joviale man. Het was niet zo zeer dat hij geen schulden had afbetaald, omdat het hem te duur was maar, omdat hij zo druk bezig was met zijn projecten, om een kunstmatige intelligente robot te bouwen op basis van zijn ‘’dienende, collega’’. De man legde het uit, bedaarde de situatie en betaalde de huur.
Tot groot ongenoegen van de jongen en grote verbazing tot de oude, man vroeg de knappe, mooie dame naar de jongen.. ‘’Mag ik hem zien? Hij weet toch wel wat voor vuile praktijkjes hier plaats vinden?’’ De jongen kwam aanlopen, nadat deze werd opgehaald door de man.. Ze fluisterde hem in zijn oor: ‘’Vlucht nu het nog kan.’’ Gaf een knipoog en kust hem op zijn wang.
Rave
De jongen was bemoedigd, liep naar de twee dansende dames en zocht een plekje achter ze. De rave was lang en het eindige naderde, de nacht was aangebroken. Hij liep vol zelfvertrouwen naar ze, de aanzicht van de twee mooie dames was een verademing.
Eenmaal achter ze, begon hij helemaal los te gaan. Het meisje, rechts had hij al een aantal keer gezien in de dag, dat doorging tot in de late uurtjes. Ze draaide zich om en pakte de jongen vol op z’n mond. Dit was ongelovelijk.. Dat moment van samen zijn voelde als een enorm cadeautje.
Het klikte en hij was opslag verliefd. Het was de gaafste ervaring dat hij had tot op heden met deze herinnering, dacht de jongen wauw. Wat een zegen, de dankbaarheid en gevoelens liepen los. Ze zochten elkaar op facebook op ze was een ‘’strijder’’, dit is wat de jongen nu denkt.
Duuster
Ik wil graag dat andere zich vermaken; dacht de jongen, de reden hiervan is dat dit beloond word door het Universum, het ziet, neemt en geeft, maakt patronen vanuit verbanden en weet dat de jongen, goed is, in orde in zijn doen en denken, althans dacht de jongen, het denken compenseert het doen.
Bij het vermaken van mensen; wist hij uit ervaring, dat ze hem kunnen misbruiken en beter laten voelen, de kans dat over je heen wordt gelopen en geminacht is enorm groot bij deze karaktertrek. De jongen dacht; ‘’er zijn ook goede mensen op aarde’’, als ik mij goed gedraag zal het Universum mij belonen. Echter een kwaaie opwelling van glunsterende, grandioosheid kwam tot hem, een spook.
De affiniteit met de duisternis in het Universum was hem ‘’wel thuis’’, direct protesteert een stem. Zij zijn geweldig, ze zijn sterk, warm, mooi, groots. De jongen kwam tot zich en dacht aan zelfmoord; Larissa, een bekende van hem in zijn ziekte; zei: ‘’goedzo’’. Tot groot ongenoegen van willes en welles, ‘’waarom nou weer zo, waarom ik; Schijt de jongen uit’’.
De jongen wist dat er entiteiten waren dat zich bemoeien met alles en nog wat; vooral, met hem, ‘’dat is irritant’’ laat hij zachtjes uit, met een zucht. Eigenlijk, overviel een onderbuikgevoel hem; ‘’ik word gezien’’ alsof er over met hem mee gekeken word en in ze nek zitten te hijgen. Alsof iets/iemand met hem meekijkt, tot grote onrust van de geest.
‘’Hallo?’’ zegt de jongen; met een intense vrees van doodsangsten, bang, alleen, koud.. Hij hoorde een stem, word ik nou gek? De stem zei; ‘’zielig & triest’’. De duisternis is er eentje dat je geen grappen over moet maken, ernstig, serieus, voldane geesten met enorm veel macht. Nooit heeft de jongen bedoelt ze in de koude kleren te zetten, echter zijn uitspraken worden hem niet in de watten gelegd. ‘
Het horen van stemmen; zien van beelden en bijzondere waarnemingen neemt het beste van hem, de zelfmoord gedachte is er een van grootste schijn (voor hen) maar werkelijk waar voor de jongen. De jongen zou direct zelfmoord plegen als hij de kans krijgt. Ik tem de duisternis als een wild beest, de jongen had nooit gedacht hiervoor gestraft te worden.
Ja.. denkt de jongen, duisternis, het Universum en Heelal, planeten, sterren wat is dat? ''een system'' het is een stelsel noob
Hoogwaardig
‘’We worden gek.’’ Er is geen middenweg, de geesten zijn losgeslagen projectielen als hen wil niet wordt opgediend als een kippenbout dat onder de schotel word opgeserveerd.
De jongen wist niet beter dan deze taken, werken te doen en tegen zijn wil in te gedragen zoals het zelfs de laagste geest beaamd. Het is een treurige vertoning hoe een mens zijn kansen uittelt en rekent op de jongen in de spiegel.
De tijd en ruimte, was hem niks meer waard en werd compleet opgeslokt door psychosen, bijzondere waarnemingen, beelden en stemmen. De kenmerken van een gek, was hem niet vreemd. De mensen om hem heen zagen hem als een loser.
Eigenlijk was de 19 jarige, man uit Zaandam een held dat geboren Illuminatie was als een gebouw dat door een kraan inelkaar wordt gezet en gebouwd word uit pijn, wanhoop, liefde en ervaring. Zijn levenslust, wilsbekwaamheid, kwam voort uit zijn wilskracht.
Echter, de geesten, Goden en alle wezens weten als God het wilt dat de jongen, de meest zielige vertoning van een mens is en zij willen dat hij zich ernaar gedraagt. Het was de meest traumatische leven dat ooit, bekend uit tragedie is geworden
Zijn hart gaat uit naar liefde, goed doen en vriendschap. Dat is de keuze dat de jongen maakt; ‘’liefde, goed doen en vriendschap.’’ Het was een keuze uit wijsheid, maar tevens haaks aan kapot geslagen worden en gemarteld worden door zijn geesten.
De jongen had zijn hart geopend naar hen, deed een gebaar vanuit deze aspecten dat hij wilt inkliederen aan zijn eigenschappen, karakter, dat zijn wil geuit mag worden door de kracht en macht dat aan hem geopenbaard wordt.
Ballon
De aggresieve man had al langer problemen met woede uitbarstingen.. Eenmaal aan het einde van zijn tirade, keek hij naar zijn schoenen dat in ene pimpelpaars waren, zijn buik als een soort opgeblazen skippybal werd groter en groter. De man was onder een spreuk geplaats waardoor het als het uit zijn plaat ging, dit zou gebeuren. Hij schreeuwde het uit. ''Help, help, ik ben behekst.'' Zijn vriendin liep langs hem en, omdat de buik zo vol leek, dacht ze misschien lukt het met een pincet om hem leeg te laten lopen.
De dame rende naar haar spulletjes en pakte de pincet, eenmaal terug bij haar vriend, zei ze: blijf stil zitten. Toen prikte ze de buik in en wat er toen gebeurde zal ze nooit vergeten. Hij vloog als een soort wilde ballon door de kamer. Ze was geschrokken en vond het eng, maar ze was opgelucht en blij dat haar man zijn normale formaat buik had. De schoenen werden weer de oude.
Knuffelend en opgelucht gingen ze aan tafel zitten; de man begreep de les wel. Het moest gewoon normaal doen en hij verviel in huilen. Zijn vrouw was wel gewend dat hij emotioneel werd maar dit keer vond ze het zo zielig dat ze zelf ook moest huilen. De man en vrouw leefde lang en gelukkig zonder uitbarstingen en gewone dingen.
Geen woorden maar daden
Het was laat, de muren spraken tegen hem en het was een schlamele troost, van aandacht. Het bed riep hem, maar de jongen was vastberaden om zijn nacht te blijven werken. De ogen voelde zwaar en moeilijk, kwam hij nog tot woorden, de jongen dacht; wat is schrijven toch een bijzonder, mooie kunst dacht hij. Deze gedachte gaf hem alle kracht en macht dat hij nodig had. Hij klaarde helemaal op en ging zijn werk proberen af te maken, zijn werk was het boek. Het boek was een van vele brede onderwerpen en de jongen vond het moeilijk alle verbanden bij elkaar te knopen.
Eenmaal dat het dageraad aanbreekt en in de mooie Lenten, zon door de geranium straalde, dacht hij: ''eindelijk; een kop koffie.'' De baas van de jongen was een veel wraat, en oneerbiedzame man, zonder respect of dankbaarheid. Alles wat zijn mond uit kwam leek wel door ze kont gat geproduceerd te worden. Totale onzin, rare uitspraken deed deze man. Het was er een van extremistische, wilde en groffe figuur van een mens; dat de vorm had van een dikke buik, zwart plat haar, en dikke varkenspoten en een Mario achtig gezichtje.
Hij bleef de jongen aansporen tot meer, meer, meer en dacht nooit na over zijn gezondheid & geluk, tot spijt van de jongen. De relatie, was daar echter te proffesioneel voor, de jongen wist dit en werd ingehuurd en kende wel; moeilijke officiele mensen, maar dit gedrocht, sloeg de jongen alles. Het welzijn van de jongen ging dan ook, echter, achteruit. Het boekwerk dat voor het eind van de maand af moest is een boek over spreuken. Het gaat over magie; ware het niet dat de jongen gewoon leefde in de 2024e jaartal en hij niet in magie geloofde, niet in spreuken. Toch was de loon goed voor hem, voor het geld dat er aan te pas kwam, vond hij het nog weinig werk, ook. Het vereiste echter intense denkvermogen met een gezond geheugen.
De volle man, dat de jongen in zijn dienst had gehuurd; ging kijken naar waar hij gebleven was. Hij was onder de indruk, het productie werk vanuit zijn systeem was goed beheerd en de jongen snapte het programma goed dat de spreuken produceerde. De man zag wel wat in de jongen, hij wilde hem iets leren over wat voor werk hij deed; de jongen wist niets, en werkte gewoon volgens (systeem)protocol en de regels. Echter de jongen kon beter maar stoppen, en dankte de man voor zijn tips.
Alleen
De jongen zat na een uitgebreid gesprek op zijn laptop. Het was een roerend gesprek voor degene dat er aanwezig waren, in de zin van dat het best wat emotie oproept. Hij had een opvlieger (opwelling) van verdriet en uit zijn penibele situatie ging hij maar eens zijn boekje openen en vertellen wat er door hem heen ging aan de dichtstbijzijnde verpleegster, Marga. Marga was een leuke, betrokken en meelevende vrouw, meegaand met zijn probleem aan het denken wat het best kan helpen, op het moment om dit soort buien te voorkomen.
Een stuk op 18 jaar kende hij zijn vriendengroep, zijn mensen dat hij tot zich had genomen om het leven mee te delen. De vrienden waar het gesprek over ging was gewoon nostalgisch voor hem. De jongen kon het best alle contact afblazen want ze weten volgens zijn gedachtegang dat hij toch voor gek zou staan als hij met hen(zijn vrienden) was. Hij zou bang zijn voor psychoses, stemmen horen, beelden en boven al; bijzondere waarnemingen, de angst is reeël in zijn hoofd en zou het amper durven pogen met hen weer eens op stap te gaan.
Hij ontmoette zijn beste vriend, Merijn op 2 jarige leeftijd, ze kende elkaar al vanaf zijn geboorte maar Merijn was iets ouder. Nu net na zijn verjaardag en de feestdag op Koningsdag had hij van geen een van zijn oudere vrienden gehoord. Deze jongen was als een vader voor hem toen hij(de jongen) nog gezond en wel was; naast het stemmen horen en beelden zien; vind je jongen het een ware straf om zijn vrienden te zien, tot wat hij geworden is om hen in de ogen aan te kunnen zien. Met dat gezegd te hebben zijn de vrienden hem totaal uit het oog verloren en hebben alle contacten verbroken.
Het was als een donderslag, dat na rinkelde in zijn hoofd, tussen de oren. De stress, spanning en druk om een vriendengroep te hebben was erg hoog. Vanuit huis had hij weinig hij leek niet op zijn pa, ma of broer. Thuis was er constant strijd en ruzie om kleine dingen; zoals het huishouden. Hier kon de jongen slecht tegen en ging vaak de deur uit om met (foute) vrienden op te trekken. Hij had vele vrienden gehad maar de jongens dat hem nu afwijzen zijn helaas klaar met hem. Hij houdt nog van deze groep en heeft het niet schroom- positief kunnen afsluiten.
De jongens zijn hem uit het oog verloren en hij is bang voor ze. Ze zijn zoveel slimmer en intelligenter geworden door dat de jongen aftakelt en zijn ziekte helemaal alleen, met steun van zijn moeder en broer aangaat. De echte vrienden, waar hij gedacht had mee oud te worden zijn een schamele vertoning van wat het was. Ze geloven niet meer in hem en hebben geen vertrouwen in hem ondanks dat zij zoveel ervaren hebben samen. Ze kunnen geen hoogte van hem krijgen, omdat hij gewoon anders is dan andere, zo voelt hij zich ook; dankzij zijn rode haren. De jongen voelde zich vrij en kon leven met zijn angsten en onzekerheden tot een bepaalde hoogte.
Het kopstuk
Hooghartig en hoogmoed komt voor de val heeft betrekking op mezelf als dat ik een onmisbaar stuk van de vriendengroep zou zijn..
De jongen wist het goed gemaakt, hij zal nieuwe vrienden zoeken en opnieuw beginnen met werken aan hem zelf, ondanks de andere groep was hij een gezellige, leuke vrijblijvende jongen voor z'n ‘ouwe vrienden’ hij snapte niet dat zij zo tegen hem keerde. Het was midden april en over een week was hij jarig, maar een handje vol van de jongens komen opdraven en het doet pijn.. De jongen zegt: ‘’het doet pijn’’ hard op tegen zichzelf.
Deze vrienden voor sommige had hij onvoowaardelijke liefde en waren ware broeders voor hem. De jongen kon niet geloven dat zij zonder hem door zouden gaan, maar hij moet de bittere pil slikken dat hij écht in de steek gelaten is en voor dood achtergelaten. De jongen kampte met psychische ziekten en vond het te ver gaan, janken kon hij wel, om het verlies. ‘Voor eeuwig huilen’ zegt hij schuchter in z'n eentje op ze kamer in de kliniek waar hij verblijft.
De stier
Er was een god, ik hield van hem, ik gaf om hem. Wij hadden strijd, en uitdaging met elkaar. Hij was sterk, dapper en mooi. Hij maakte een foutje met mij, ik was als god, ik had goddelijkheid behaalt. Dit op eigen voet, met zijn eeuwige ondersteuning en bemoedzaamheid. Zijn wijze leerweg, had mij gedwongen tot goddelijkheid. Hij dreef mij voort en voort, liet me in ieder hoekje van het grasveld rustig ruiken, voordat ik mijn happen nam. Ik liep rustig, snuivend rondjes en rook ieder m2 van het veld. Hij wees mij aan welke grassprietjes de meest vitamine rijk waren. Zo gezegd, zo gedaan.
Hij keek even niet, ik rende op hem af, als een wilde. Hij zag mij niet aankomen, zo hard dat ik ging, en plots steigerde hij van schrik. Ik deed mijn best te stoppen; maar ik gleed door vanuit mijn sprint en ramde hem vol tegen zijn borstkas. Direct dacht ik dat er wat fout was, ik had het niet goed gedaan. Hij keek niet, omdat hij druk bezig was. Ik dacht weereens alle aandacht op mij gevestigd te hebben, maar hij was bezig met zichzelf. Ik weet nog dat hij naar me keek, vragend, om hulp en niks zei.
Eenmaal bijgekomen van zijn schrik, vroeg ik: ‘’waarom keek je niet naar mij?’’ uw gedachten gaan toch wel uit naar mij, vroeg ik me af. ‘’Ik ben alwetend en almachtig’’, schreeuwde ik uit het wilde van mijn zijn. ik zag u bezorgd kijken, ‘’waarom vraagt u het niet aan mij?’’ ‘’stomzinnig, dat ben ik, hallo weet jij nog wel wie je bent?’’ denkend aan de impact op zijn borst, wat een heftige klap. Ik wilde hem geen pijn doen, maar toen ik nader in keek, was het een open wond. Ik lijk wel gek…
Ik had alles gedaan, om sorry te zeggen. Ik voelde me echt te te zot voor woorden, maar hij gaf me een schouderklopje, met een briefje dat hij aan mij gaf. Met erop: ik ben wie ik ben. Dit briefje hield ik stug bij me. Hij zei; als je me even niet ziet, of uit het oog verliest. Lees dit en denk aan waar we het over hebben gehad. Ik keek er naar en was verwonderd van zijn houding, hij liep een beetje mank, door de open wond, maar zocht er niet veel achter. Dat gaat vast met tijd voorbij, alles heeft tijd nodig.. o ja. En ruimte 😉 haha.
Het monster
Het is verbeten aan overwinnen, alles om zijn overwinningsgevoel te krijgen. Op zijn 27e was het monster er, om zijn overwinningsgevoel te stelen. Dit is het eerste wat het monster bij hem weghaalde; de 1e stap in een lange reeks om het vernietigen van het mens dat verwoest was aan zijn wil te binden. Zijn doel was helder, dit wezen (de jongen) dood maken. Warehetniet dat hij nu speelgoed was van ieder entiteit was dat er in het Heelal bestond.
Het bleef een tijdje enkel bij zijn overwinningsgevoel; het 1e wat hij verwijderde bij de geslagen held. Dit was gewoon niet goed genoeg, niet genoeg; dus daarom gingen de entiteiten verder met dingen verwijderen. Nu snapte de jongen dat zij alles verwijderd hebben om degene te pakken dat zijn overwinningsgevoel weg had gehaald.
De jongen was blij met deze overtuiging; de geesten entiteiten hadden hun doel behaald. Hij hoopte op wat rust, warehetniet, dat deze entiteit zijn vader was, zijn vader was overleden; en teruggekeerd als geest. De jongen en de geesten weten dat; omdat hij het een geest is, bij hun hoort. Ze denken hard na over wat ze moeten doen. ''Allemaal om daar achter te komen.'' Zelfs Hij wist, dit, niet. De jongen wist het zeker.
Nu kwam de leider van de geesten; en zei: ''ik was het, samen met je vader.'' De jongen werd overweldigd met seksueel misbruik en dreigementen. Hij werd gek gemaakt doordat de jongen zijn vader de schuld gaf. Nu denkt hij dat het zijn vaders trots op zijn ongekend machtige held van een zoon, zoveel invloed had op zijn vaders gemoedsstand, op een positieve manier.. Dat hem in balans hield, emotioneel; dacht de jongen. Het monster was geraakt door hoe geroerd zijn vader werd van de heldere duistere blik; dat hij had. Hij maakte wonder na wonder mee. Het monster wilde deze tiran van een overtuiging en geloof, hoop, liefde MIJN vader, uitschakelen, omdat we het ''te goed'' hadden samen. (Ik schaam me nergens voor; stemmen doen dit met mij)
De jongens, vader, was een grote, mooie, warme man, echter de jongen had nooit zijn slechte/goede gevoel bij hem geuit. Zijn geestenvader zegt: ''slechte, gevoelens uitte je.'' De jongen had spijt en schuld, hij mistte hem enorm en barstte in huilen uit, schold zichzelf uit met: ''jankerd.'' tot grote genoegen van het monster. Zelf zou het monster wel kinderen willen en snappen hoe de zorg en welzijn van uit ouderlijke zorg met onvoorwaardelijke liefde is, maar hij zal dit nooit weten. Dit wetende, knaagt en knelt tot barsten aan toe zijn gedachten en gevoelens.
(Beter dat niemand dit heeft, want; dit is mij onmogelijk. Dan is het jullie onmogelijk is zijn insteek.)
De heksenketel
Samen zaten ze te praten onder het genot van een sigaret. Het ging wederzijds erg goed vond de jongen. Niet nadenkt over haar gevoel en of hij rekening met haar moest houden. Zijn geweten stond helemaal uit, van genot.
De vrouw keek hem vreemd aan, van wat doet hij raar. Toen ging er een alarmpje bij hem af dat hij iets fouts aan het doen zou zijn. Het gesprek rondde af en hij ging over bovenstaande nadenken; ''was ik wel aardig?, vond ze me niet teveel en overheersend, ik ga toch niet te dominant en intimiderend met mensen om.'' Hij begon aan zijn hele bestaan te twijfelen. Dit wat hij noemt, kan nogal vanuit emotie of bang gekwetst, afgewezen, verlaten of af te gaan komen, dacht hij. Angst was altijd al erg aanwezig, ware het niet dat een pratende duif hem daarmee had geholpen, Bernard, Eduard, Hendrik, stelde duif zich voor. ''ik kom jouw helpen, de duiven en raven, ekster corporatie heeft u gevonden en wij zien uw leed. Het komt, door verwaarlozing van het emotie en ego. Uw ziel is puur, maar Uu kunt best wat bedenkelijker overkomen. Je uiting is een beetje roekeloos; roekoe roekoe zei'' zei de duif, en hij vloog verder.
De jongen snapte het allemaal. ''Ik ben een perfectionist'' dacht hij. Ik wil altijd beter zijn, daarom vergelijk ik mezelf met andere.'' dacht hij.
Terugkomend op het gesprek met de vrouw, dacht hij; ''o ja wat bedenkelijk van mij'' gelukkig ben ik hoffelijk, charmant en charismatisch bij vrouwen. Alle vrouwen vinden mij leuk.'' zei hij hard op tegen zichzelf. Lachend, terugkerend naar de dame.
De rel
Gehavend, na 5 jaar strijd zat hij op zijn stoel, typend over wat hem allemaal opkomt en wat hij ondergaan heeft. Gehavend, verwoest, hij denkt aan hoe verwoest hij is. De oorlog en strijd van zijn psychische toestand en lichaam was nog lang niet klaar, maar het kwam steeds dichterbij. Het einde, verlossing komt tot hem, na al die tijd van gevechten, ruzies en discussies. De meest vreselijke onderwerpen zijn aan de dag en nachten gekomen.
Het was een guerilla strijd, en blitzkrieg en alles wat er met strijd te maken heeft; zal ik dit wel zo noemen, denkt de jongen. Het is geen leugen, uiteraard wist de jong dat dit allemaal gebeurd is, allemaal, ja, allemaal in zijn hoofd, met zijn hart op zijn kniëen wilt de overbittelijke tegenstander nog altijd weerstand van hem. Het lijkt geen einde te hebben. Het lijkt een strijd waarin men zich alleen maar een verliezer kan noemen. Dit vind hij ook, het is gewoon pril, jong en het wezen dat deze tegenstand bied, weet niet van ophouden. Het is saai en er is geen uitdaging meer. Het doet waar het zin in heeft, en werkt zich voort als een soort, doler.
De jongen is niet bang, hij vreest hem, tot zijn volste verstand is Bernard Eduard, eigenlijk een lage, oplichtende, naaier. Hij is de vijand en wilt dit zijn. Het is een gemene, gemene man. Het kent zichzelf door en door, maar handelt niet volgens een patroon of traject, oorspronkelijk(protocol) is het een bom van alles wat goed en liefdevol was.
Dit maakt de jonge, geen zak uit, als iemand zo doet en zich niet verontschuldigd of iets heeft van een blaken van vertrouwen en samenhorigheid ben je er bij. Sociale confirmatie komt in groepen voor, wij zijn groepswezens, hij maakt daar door zich te isoleren van mensen een ware haat-pil van. Dan is ie waar aan zich denkt; Bernard Eduard.
De jongen leefde in een gevangenis vol cipiers. De jongen was alleen en moest het met de volkeren van zijn kant doen, omdat hij bang is als de jongen steun of liefde krijgt. Hij eist alles op als je hem de kans geeft. De jongen is getroffen door pure kwaadheid en de tegenstander, vijand, varieert nog wel eens.
Het monster dat hem vast houdt, wilt alles van je, net als dat liedje van Robbie Williams dat hij zich stript met vlees en huid. Hij wilt je wereld ondersteboven zetten. Hierin, althans bij mij, komt hij steeds weer zichzelf tegen. Steeds weer, de drang, om iets te bereiken, betekenis, status verwerven denkt het. Hij weet niet wat het is, het leven, van mensen zit hij gewoon achteraan.
Op een dag, was de jongen aan het kijken uit het raam, de regeldruppel ging steeds sneller naar beneden. Het dubbel glas raam gaf er een grappige nakijk op na wat het leek net of je de druppel dubbel zag. Zittend op de vensterbank, bedacht hij in ene; misschien als ik het goed doe wordt ik premier van Nederland. Glimlachend om hemzelf, dacht hij ''nee'' dat werk is me teveel. Dan houdt het werk helemaal niet op. Hij was sociaal berust onder zijn plek.
De studie dat hij volgde was hem belangrijker, maar alles kan, dacht hij. Ik wil iemand worden met statuur, betekenis status en aanzien. Zijn imago was al een zelfstandige baas, met humor, tralalal. je weet het wel. Echter, zijn positie was anders, hij raakte in de clinch met zich en ging door met lezen.
De stip
Ware het niet dat de jongen man poogde alles om zijn doel te bereiken. Het was een verbeten gesprek geweest, de ene na de andere verwijten kreeg hij om de oren. Toch na afloop bedacht hij, zal ik dan toch nog na alle verwijten de kans krijgen om haar zodanig over te halen?
Het klonk als een redelijke afspraak. Hij kon er zich er in vinden, toen verteld werd door de jongen dat het een kwestie van leven & dood was, kreeg het gesprek een bepaalde wending. De standpunten dat genoemd werden waren raak. Hij wist dat ze gelijk had, en wilde tot hoe verbitterd het ook kan gaan worden alles eraan doen om zich aan de afgesproken, regels te houden.
Wetend van zijn gesprekspartner na alle jaren, wist hij dat het zo kon omkeren. Ze zal me toch niet echt eerder dood laten gaan, bedacht hij? Tegelijkertijd wist hij dat die gezond maar tevens gevaarlijke uitspraak voor hem was. Want zoveel druk bij iemand leggen dat doet haast niemand, met gezond verstand. maar de jongen wist dat het in deze trant (met zijn leven en ervaringen) toch iets was wat écht gebeurde en dus niet manipulatief bedoelt was. Het woordje ''hoop'' schoot hem te binnen.
Hij wist dat er een berg op hem aan het afkomen is, en hij voelt zich niet voorbereid met de stappen dat gaan komen. Geleefd, machteloos, onwetend en out of control; voelde hij zich in zijn penibele situatie waar hij in zit.